Twijfel aan de realiteit

In dit artikel verraad ik de plots van Blade Runner (1982), Total Recall (1990), Abre los Ojos (1997), Vanilla Sky (2001), The Truman Show (1998), Dark City (1998), The Matrix (1999), Existenz (1999) en The Thirteenth Floor (1999)

Bovengenoemde films kwamen allemaal uit in de laatste jaren van de twintigste eeuw. Wat ze gemeen hebben, is hun thema: twijfel aan de realiteit waarin je leeft. Waarom verschenen er opeens zoveel van dit soort films aan het einde van de twintigste eeuw?

Natuurlijk waren er al eerder films geweest die dit idee naar voren brachten. De verhalen van Philip K. Dick en de verfilmingen daarvan, speelden hier al mee. Zo had je Blade Runner in 1982, over gekloonde mensen, die toch geen echte mensen zijn, wat ze in principe zelf ook weten. Maar sommige van deze klonen denken wél dat ze echte mensen zijn en niemand kan uitsluitsel geven of ze het nou wel of niet zijn. In 1990 verfilmde Paul Verhoeven Total Recall naar een verhaal van Dick, waarin Arnold Schwarzenegger uiteindelijk niet weet of hij droomt of wakker is. Maar in deze films, was het "twijfel-aan-de-realiteit"-element nog niet heel erg sterk aanwezig. Blijkbaar was het grote publiek daar nog niet aan toe.

Ook in strips (The Matrix is op een strip gebaseerd), computerspellen en in Star Trek werd veelvuldig aandacht besteed aan het "twijfel-aan-de-realiteit"-principe. En natuurlijk door filosofen, vooral sinds Descartes. Maar niet in grote mate in onze Westerse film-mainstream. Anime's zijn Japanse tekenfilms, maar dan niet per se voor kinderen. Vele zijn "gewone" films, maar dan getekend. Akira uit 1988 en Ghost in the Shell uit 1995, gingen ook in op het principe dat de realiteit misschien wel niet echt is. Enkele van de bovenstaande films hebben volgens de filmmakers ook flink geleend van deze en andere Anime's. Het concept was dus niet helemaal nieuw voor filmmakers, maar Anime's zijn nou eenmaal niet zo populair in West-Europa en Amerika. Waarom werden er opeens in onze mainstream veel van dergelijke films gemaakt?

Een mogelijk antwoord is, dat het tegen die tijd mogelijk was, om zulke goede special effects te gebruiken, dat de films eindelijk zodanig gemaakt konden worden, dat ze de boodschap echt goed over konden brengen. De special effects van The Matrix waren revolutionair. Dit mag dan zo zijn, maar studiobazen zullen niet zomaar een film gaan maken, ook al ziet hij er mooi uit, als ze niet verwachten dat het publiek de film interessant zal vinden. Nu was het zo, dat Abre los Ojos in 1997 al had laten zien dat het publiek er misschien wel klaar voor was, waardoor andere studio's niet achter zouden willen blijven en ook een dergelijke film gaan maken. Maar de training voor The Matrix begon bijvoorbeeld al in 1997. Dergelijke films maak je niet zomaar even, dus de voorbereidingen moeten al in volle gang geweest zijn voor alle films, voordat de eerste überhaupt uitgekomen was.

Naar mijn mening moet er een andere reden geweest zijn, dat zoveel filmmakers en studio's het idee hadden dat de tijd rijp was om dit soort films te gaan maken. Ik zal nu eerst wat dieper ingaan op de films zelf, voordat ik ga vertellen wat volgens mij de reden is dat ze toen gemaakt werden.

The Matrix (1999). De hacker Neo komt erachter dat hij in een computergegenereerde realiteit leeft die hem direct door hersenstimulatie wordt voorgehouden, zodat hij en de rest van de wereld niet doorhebben dat de mens eigenlijk gebruikt wordt als batterij voor de machines die de wereld overgenomen hebben. Neo moet de wereld redden, zodra hij uit het computerprogramma is, door uiteindelijk iedereen te bevrijden. Hij is de ene die dat kan, omdat hij de regels binnen het programma kan buigen en misschien zelfs breken. Deze film was overduidelijk het grootste succes van allemaal. Met concepten geleend van verschillende Anime's en nog nooit eerder op zo'n succesvolle en zinvolle wijze uitgevoerde revolutionaire special effects. Personages die enorm veel indruk maakten doordat ze heel cool waren, door grof pistoolgeschut én oosterse vechtsporten en een heroisch plot dat redelijk waargemaakt wordt. Natuurlijk waren de verhalen die de filmmakers gebruikten niet compleet origineel, maar ze waren wel de eersten die alles zo goed bij elkaar brachten tot een film die niemand ooit meer zal vergeten die hem destijds gezien heeft. Een vaardigheid die niet onvergelijkbaar is met die van Quentin Tarantino.

Dark City (1998). In deze film geven buitenaardse wezens om de twaalf uur andere herinneringen aan een grote groep mensen die in een stad op een komeet in de ruimte leven, zonder dat ze dit weten. De buitenaardse wezens willen ontdekken wat de mens tot mens maakt, om hun eigen ras te redden. Eén persoon komt hier echter achter en redt iedereen uiteindelijk, dit alles op enigszins dubieuze wijze.

Decors van deze film werden ook in The Matrix gebruikt. Gelukkig alleen de goeie decors, want een zwak punt aan deze film is, dat sommige sets compleet over the top en niet functioneel zijn. Soms heb je echt zoiets van, waarom moet dit?

Existenz (1999). Het gaat hier om een computerspel. De spelers zijn ingeplugd in het spel en spelen een soort mysterie, net zolang tot iedereen dood is behalve één. Aan het einde, als iedereen naar alle waarschijnlijkheid het spel verlaten heeft, weet men echter nog steeds niet zeker of men nu in het spel zit of niet. Kwam een maand na The Matrix uit en werd daar redelijk door overschaduwd. De regisseur had al eerder met dit thema gespeeld. De special effects zijn niet overweldigend, maar wel functioneel. Het acteerwerk van behoorlijke namen laat te wensen over, maar valt te rechtvaardigen met het verhaal.

The Thirteenth Floor (1999). Ook hier gaat het weer om een computersimulatie. Maar ditmaal blijkt de computersimulatie uiteindelijk zelf ook weer in een computersimulatie te draaien. De hoofdpersoon die eerst in de simulatie leefde, komt uiteindelijk, op zeer twijfelachtige wijze, in de echte wereld terecht, eind goed al goed. Qua decors en kleding vind ik dit persoonlijk de mooiste van de zes. Helaas is het plot abominabel en zijn de acteurs ook weinig bijzonders.

The Truman Show (1998). Truman Burbank leeft zijn hele leven al in een tv-show, zonder dat hij het weet. Er is een hele stad voor hem gebouwd in een koepel bij Hollywood en de hele wereld kijkt al 30 jaar naar The Truman Show. Truman komt hier achter en aan het einde van de film verlaat hij zijn veilige stadje om de echte wereld te ontdekken. Dit is waarschijnlijk nog wel de meest mainstream film van allemaal. Hij gaat dan ook het minst ver. Wel prachtig uitgevoerd en erg goed geacteerd door de hoofdrolspelers. Grappig is, dat de regisseur van Existenz ook aangeboden is om deze film te regisseren.

Abre los Ojos (1997). De hoofdrolspeler komt erachter dat hij in een computerwereld leeft, waar hij honderden jaren eerder zelf voor gekozen had, omdat zijn gezicht verminkt was. Hij werd ingevroren en kon in een droomwereld leven, zodat hij zijn leven precies zo vorm kon geven als hij wilde, zonder verminkt gezicht. Als hij echter een tijdje heeft ervaren hoe het is om in een droomwereld te leven, kiest hij er toch weer voor om in de realiteit te leven. Een Spaanse film. Niet iedereen acteert even goed, maar verder is alles redelijk in orde. Voor de remake uit 2001 (Vanilla Sky) met Tom Cruise was duidelijk meer geld beschikbaar.

Al deze fims hebben twee dingen gemeen. De realiteit waarin de hoofdrolspeler(s) leeft (leven), is niet echt en de hoofdrolspeler(s) wil(len) wél in de echte realiteit leven. Dat is wat mij als het meest vreemde opviel. In alle films wil men liever in de echte wereld leven, ook al moeten ze daar oorlog voeren en kunnen ze in de virtuele wereld alles naar hun hand zetten. Star Trek durfde wat dat betreft eerder al veel verder te gaan met verslaving aan het "leven" in een virtuele wereld die de gebruiker zelf vorm kon geven.

Wat ik verder aan alle films opvallend vind, is dat ze er allemaal vanuit gaan, dat er wel een echte realiteit is! Alle films hinten erop dat het mogelijk is dat de gewone dagelijkse realiteit, zoals wij die ook elke dag ervaren, niet echt is, maar de boodschap is elke keer wel, dat de echte realiteit uiteindelijk wel bestaat. In de meeste gevallen niet meer dan één of twee niveaus boven de schijnbare realiteit. Dit vond ik jammer in alle films. Waarom zou er geen oneindige regressie zijn? Waarom zou er niet uiteindelijk iets zijn wat we helemaal niet meer kunnen begrijpen? Of misschien zelfs wel niets? Dit zou het naar mijn idee te ingewikkeld maken voor het grote publiek. Je krijgt dan immers ook te maken met problemen als moreel relativisme en dat is iets waar mainstream films zich uiteindelijk niet aan willen wagen. Er wordt wel gehint op moreel relativisme in de computergesimuleerde werelden, maar als het om mensen in de echte wereld gaat, zijn de grenzen heel duidelijk. Daarom willen deze films naar mijn idee ook niet zonder een uiteindelijke echte realiteit.

Elke film heeft z'n eigen leuke filosofische gezichtspuntje. In The Matrix wordt de vraag gesteld wat "echt" is. Als echt is wat je hersenen aan input binnenkrijgen, dan is de Matrix zelf ook echt. Deze vraag wordt uiteindelijk natuurlijk anders beantwoord. In Existenz zijn er twee dingen. In het spel zelf moeten de spelers als personages soms dingen doen die ze eigenlijk niet willen, maar het spel maakt dat ze het toch doen. Dit beperkt de vrije wil van de speler. De "maakster" van het spel merkt op dat er nog genoeg vrije wil in het spel zit om het interessant te maken. Een hint naar determinisme in onze wereld: We mogen dan misschien gedetermineerd zijn, maar we ervaren nog genoeg vrije wil om het leven interessant te maken. Verder merkt een hoofdrolspeler op dat het spel onvoorspelbaar en gevaarlijk is en dat dat moeilijk te verkopen zal zijn. De maakster zegt dat dat een spel is dat iedereen al speelt. Het leven dus. In Dark City worden herinneringen en daarmee identiteiten steeds gewisseld. Dit doet de hoofdpersoon verzuchten dat niks echt is. De gezamenlijke herinneringen van hem en zijn vrouw zijn niet echt, dus hun relatie is niet echt. Dan zegt z'n vrouw dat ze van hem houdt en dat dat toch niet nep kan zijn? Hij geeft toe dat het gevoel echt is. Gevoel wordt uiteindelijk dan ook gepostuleerd als de echte essentie van het menszijn, in tegenstelling tot herinneringen. In The Truman Show vraagt de bedenker van de tv-show Truman om te blijven, omdat er niet meer realiteit is in de echte wereld dan in de wereld die hij voor Truman gemaakt heeft. In deze wereld is hij veilig. Toch verkiest Truman de onzekerheid van een wereld die niet helemaal voor hem geregeld is. In The Thirteenth Floor maakt de maker van de simulatie in de simulatie misbruik van de door hem gemaakte wereld om sex met jonge vrouwen te hebben. Hier speelt duidelijk het punt van moreel relativisme. Abre los Ojos werpt het duidelijkst de vraag op, of je in een droomwereld zou willen leven, als die aangenamer zou kunnen zijn dan je eigen wereld. De hoofdpersoon is verminkt, emotioneel aan lager wal geraakt en rijk genoeg om deze reële keuze te hebben.

Alle films hebben de zaadjes voor de vraag in zich: wat is de zin er allemaal nog van, wat is nog de zin van het leven als toch niks echt is. Deze vraag zal ik straks nog beantwoorden aan de hand van de derde Matrix-film.

Nu eerst terug naar de vraag, waarom deze films aan het einde van de twintigste eeuw opeens gemaakt werden. Ik denk dat deze films beantwoordden aan het toen heersende Fin de siècle-gevoel. Fin de Siècle is een term van een eeuw eerder, toen de negentiende eeuw op haar eind liep. De term slaat op het gevoel dat er een einde aan een tijdperk komt en dat er wel iets zal of zelfs moet veranderen. Of dat nou ten goede of ten slechte is. Vooral in Parijs overheerste dit gevoel, vandaar de Franse term. Het was een goede maar ook saaie tijd aan het einde van de negentiende eeuw in Parijs en men dacht of hoopte zelfs dat dat in de twintigste eeuw toch wel zou veranderen. In werkelijkheid ging de voorspoed nog een tijdje door, totdat pas later de Eerste Wereldoorlog en de Grote Depressie uitbraken. In onze tijd zou iets vergelijkbaars aan de hand kunnen zijn geweest. Angst voor 1 januari 2000. Nou, die angst was er zeker! Namelijk in de vorm van de milleniumbug. De angst dat er zelfs catastrofale dingen zouden kunnen gebeuren, omdat computersystemen niet om zouden kunnen gaan met het verspringen van de datum. Men was bang dat alle computers zouden denken dat het 1 januari 1900 was en dat er daardoor vreselijke dingen zouden gebeuren. In het laatste decennium was iedereen immers gewend geraakt aan computers, maar daamee, dankzij gebrekkige besturingssystemen, tegelijk ook aan de feilbaarheid van computers. Door de milleniumbug zouden kerncentrales op hol kunnen slaan en de hele wereld vernietigen! Dit was het extreemste scenario, wat achteraf bijna onzinnig lijkt. Toch waren er veel mensen die er rekening mee hielden en flink gingen hamsteren in die laatste dagen voor Y2K.

Grote catastrofes bleven uit. Maar wat opvallend is, is dat men zich pas in de laatste jaren van het decennium bezig ging houden met dit probleem. Er waren al decennia lang computerdeskundigen geweest die gewaarschuwd hadden voor dit mogelijke probleem, maar ze hadden nooit echt veel aandacht gekregen. Pas rond 1997 begon men er serieus werk van te maken. Iets analoogs zie je bij de twijfel-aan-de-realiteit-films. Sommigen deden er al wel iets mee voor 1997, maar niet echt groots of het sloeg niet aan bij een groot (Westers) publiek (Anime). En vanaf 1997 was daar opeens een explosie van dit soort films. Ik denk dat het wel eens te maken zou kunnen hebben met het Fin de siècle gevoel. De twijfel of alles wel goed zou komen werd verwoord in de twijfel aan de realiteit in deze films. Daarom was het publiek klaar voor dit soort films en zagen de studio's het zitten!

Ik had beloofd nog antwoord te geven op de vraag, wat moet je nu, als je van niks meer uit kan gaan of het echt is. Hoe overwin je relativisme. In de derde Matrix-film, overwint Neo dit relativisme met rake klappen. Letterlijk en figuurlijk. Hij heeft zijn eindgevecht met de grote schurk. Het gevecht is onbeslisbaar. Dan probeert de schurk het op een filosofische manier: Waar doe je het voor, je weet dat niks echt is. Hierna de vraag van de schurk en het antwoord van Neo.

Smith: "Why, Mr Anderson?

Why, why, why?

Why do you do it?

Why? Why get up?

Why keep fighting?

Do you believe you're fighting for something?

For more than your survival?

Can you tell me what it is?

Do you even know?

Is it freedom or truth?

Perhaps peace? Could it be for love?

Illusions, Mr. Anderson.

Vagaries of perception.

Temporary constructs of a feeble human intellect trying desperately to justify an existence that is without meaning or purpose!

And all of them as artificial as the Matrix itself although only a human mind could invent something as insipid as love.

You must be able to see it, Mr. Anderson.

You must know it by now. You can't win.

It's pointless to keep fighting.

Why, Mr. Anderson, why?

Why do you persist?"

Neo: "Because I choose to."